Delen en opslaan:

We onderscheiden drie soorten goederen waarop de margeregeling van toepassing kunnen zijn:
A) de goederen bedoeld in artikel 58, § 4, van het Wetboek;
B) de goederen waarop de belastingplichtige wederverkoper de bijzondere regeling niet kan toepassen;
C) de goederen die de belastingplichtige wederverkoper zelf uit de bijzondere regeling sluit.

A. de goederen bedoeld in artikel 58, §4

De bedoelde goederen werden reeds besproken in dit artikel op deze website.

A.1. Binnenlandse transacties

Voorbeeld: een kast, eerder aangekocht voor 100€ wordt verkocht aan 300€. Dit betekend een winst van 200€ met BTW inclusief. Daaruit halen we de BTW: 200€/1,21 x 21% = 37,71€ BTW.
Dit is slechts indien 1 goed verkocht wordt. Alle goederen samen moeten bekeken worden per aangiftetijdvak (kwartaal of maand). Dan doet hij eigenlijk hetzelfde door alle verkopen af te trekken van zijn aankopen. Dan bekomt hij ofwel een positief getal (= winst waar BTW op verschuldigd zal zijn) of een negatief getal (deze eindtoestand mag overgedragen worden naar het volgende uitgiftetijdvak). Dit gebeurd NIET op deze manier in het LAATSTE aangiftetijdvak.

Er moet een aankoopregister worden bijgehouden waar hij elk goed een nummer geeft, een omschrijving en de aankoopprijs.
Bij de verkopen schrijft hij dit in, in het verkoopregister of dagontvangstenboek met de prijs ‘BTW inbegrepen’. In ons voorbeeld is dit 300€.

Let er op dat de factuur correct is!
De BTW mag NIET afzonderlijk vermeld worden op de verkoopfactuur.
Er MOET ook volgende vermelding op de factuur staan: “Levering onderworpen aan de bijzondere regeling van belastingheffing over de winstmarge. BTW niet aftrekbaar.” Dit moet het de koper van het goed duidelijk maken dat hij de BTW bij de aanschaf niet kan aftrekken.

Normale regeling samen met margeregeling?
De wederverkoper kan te allen tijde kiezen om toch de normale regeling toe te passen. Hij moet dan wel de eerdere inschrijving in het aankoopregister corrigeren. Hoe dit precies moet gebeuren wordt HIER besproken (deel VI – Formaliteiten en verplichtingen).
Daarnaast is het ook belangrijk dat zowel in de boekhouding als voor de herkomst van de goederen een onderscheid moet kunnen gemaakt worden. Beide systemen moeten dus van elkaar gescheiden kunnen worden en apart te achterhalen zijn. Dit is nodig voor de btw-administratie om de controle op deze goederen te kunnen uitvoeren.

Als niet kan worden aangetoond dat de goederen verkregen zijn onder de gesteld voorwaarden of de verkoopfactuur werd niet rechtmatig opgemaakt, dan wordt het goed geacht onder de normale regeling te vallen. Steeds bewijs leveren is dus van groot belang.

A.2. Intracommunautaire handelingen

Er bestaat een systeem, terug te vinden in het BTW wetboek onder artikel 12 bis, dat goederen kunnen overgebracht worden naar een land binnen de EU en deze goederen zijn vrijgesteld van BTW op intracommunautaire leveringen. Daar zijn wel een aantal voorwaarden aan verbonden, maar het komt er op neer dat deze goederen niet onder het systeem van de marge vallen (toch niet op dit moment).
Het betreffen volgende situaties waarin de goederen als een ‘overbrenging’ aanzien worden:

  • Goederen die bestemd zijn om te worden getoond of te worden gebruikt op tentoonstellingen, beurzen, congressen en dergelijke;
  • Tweedehandse goederen die worden verzonden of vervoerd om te worden geveild;
  • Goederen die worden verzonden of vervoerd in het kader van een koopovereenkomst op proef;
  • Kunstwerken die worden verzonden of vervoerd om met het oog op een eventuele verkoop te worden tentoongesteld;
  • Zichtzendingen van bont- en lederwerken, sieraden, tapijten en juwelen, mits daarvan, vanwege hun bijzondere kenmerken, geen monsters kunnen worden ingevoerd .

Wanneer de goederen echter in dat Europese land worden verkocht, dan kunnen deze goederen wel onder de margeregeling vallen.

Nieuwe voertuigen zoals bedoeld in artikel 8bis, kunnen ook niet onder de margeregeling vallen. Als een nieuw voertuig worden beschouwd:

  • Voertuigen van maximaal 6 maanden oud,
  • OF

  • Voertuigen met maximaal 6.000 kilometer op de teller.

Slechts 1 van de twee voorwaarden dient voldaan te worden.

  • Bij landbouwvoertuigen is deze criteria anders, daar moet gekeken worden naar het aantal gereden uren (een tractor bijvoorbeeld heeft een uurteller). Het maximum bedraagt hier 600 uren (men gaat er van uit dat dit gelijk staat met 6.000 kilometer).
  • Bij boten met een romplengte van meer dan 7,5 meter moet men kijken naar:
    • de ouderdom: deze mag maximaal 3 maanden oud zijn;
    • De boot mag maximaal 100 uren gevaren hebben.
  • Tot slot de luchtvaartuigen met een opstijggewicht van meer dan 1.550 kg zijn de criteria als volgt:
    • Maximaal 3 maanden oud
    • Maximaal 40 uren gevlogen.

Het begrip voertuig wordt ruim genomen. Zo valt een quad ook onder deze categorie.

Wanneer je aankopen verricht bij een persoon die zich buiten België, maar binnen de EU bevindt kunnen in volgende gevallen de goederen wel onder het systeem van de margeregeling vallen:

  • Als je aankoopt bij een niet-belastingplichtige (particulier, niet- belastingplichtige rechtspersoon, …);
  • Als je aankoopt bij een belastingplichtige, maar het goed heeft geen BTW-aftrek genoten of zijn vrijgesteld door de EU-reglementering;
  • Als je aankoopt bij een belastingplichtige wederverkoper die ook verkoopt onder de margeregeling in zijn land;

A.3. Intracommunautaire leveringen

Als je onder de margeregeling verkoopt aan iemand binnen de EU (maar buiten België) dan is de verkoop niet vrijgesteld volgens art 39bis, eerste lid, 1°, 3° en 4° (bij verkoop onder de normale regeling wordt de BTW verschuldigd en tegelijkertijd aftrekbaar in het land waar de koper zich bevindt) en moet de verkoop niet worden aangegeven in de IC-listing.
Het is dan ook zo dat de BTW die verschuldigd wordt door het verkopen onder de marge, in België verschuldigd wordt, net alsof het een levering zou zijn aan een Belgische koper.

Vrijgestelde leveringen

Volgende leveringen zijn vrijgesteld:

  • Leveringen buiten de EU (uitvoer);
  • Leveringen aan internationale organisaties;
  • Leveringen onder de diplomatieke en consulaire regeling;

Indien een goed verkocht aan één van bovenstaande situaties, dan moet een correctie worden uitgevoerd in het aankoopregister.
Deze correctie moet volgens bepaalde regels gebeuren. Dit kan je HIER lezen: regularisatie van het aankoopregister.

B. Goederen waarop de belastingplichtige wederverkoper de bijzondere regeling niet kan toepassen

  • Goederen die worden aangekocht bij een belastingplichtige die de goederen onder de normale regeling verkoopt.
  • Goederen die worden aangekocht bij een belastingplichtige wederverkoper die de goederen NIET onder de margeregeling verkoopt.
  • Goederen die worden geleverd door leveranciers die zelf een vrijstelling van het goed hebben genoten of de belasting terugbetaald hebben kregen (bijvoorbeeld diplomaten);

C. Goederen bedoeld voor de bijzondere regeling maar die door de belastingplichtige wederverkoper zelf werden uitgesloten.

Het is duidelijk: je kan de keuze maken tussen de normale regeling en de margeregeling. Waarom? Soms kan het zijn dat een belastingplichtige koper de BTW toch wil kunnen aftrekken. Dat zou niet kunnen als het goed onder de margeregeling wordt verkocht.

We onderscheiden twee situaties waarin je kan besluiten om een goed toch onder de normale regeling te laten vallen:

C.1. Tijdens of kort na de aanschaffing van het goed:

Je koopt een goed en besluit om deze onder de normale regeling te laten belasten. Als je dat goed doorverkoopt, dan zal je de BTW verschuldigd zijn op de volledige verkoopprijs. De BTW zal je bij de aankoop niet kunnen aftrekken (anders zou je nooit de keuze kunnen maken tussen de margeregeling of de normale regeling).
Daarnaast hoef je niets meer te doen: De goederen worden in de algemene boekhouding opgenomen en niet in de afzonderlijke boekhouding die je bijhoudt voor de goederen die je onder de marge wederverkoopt. Je hoeft het goed ook niet in te schrijven in het aankoopregister zoals je dat moet doen voor de goederen die onder de marge vallen. Je MAG dit echter wel doen in een apart aankoopregister, als je deze al bijhoudt voor je andere goederen.

C.2. De goederen werden al ingeschreven in het aankoopregister:

Door de goederen in te schrijven geef je in principe aan dat je deze goederen onder de marge wil verkopen. Als je dan toch verkoopt onder de normale regeling, dan moet je in het aankoopregister een correctie uitvoeren.
Deze regularisatie (de correctie) moet volgens bepaalde regels gebeuren. Dit kan je HIER lezen: regularisatie van het aankoopregister.